Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de cherubs hieven hun vleugelen op, en verhieven zich van de aarde omhoog [65]voor mijn ogen, als zij uitgingen; en de raderen waren [66]tegenover hen; en elkeen [67]stond aan de deur [68]der Oostpoort van het huis des HEEREN; en de heerlijkheid des Gods Israels was van boven over [69]hen. 65. Dat is, dat ik het aanzag, te weten met de ogen mijns geestes, zijnde in optrekking der zinnen. 66. Of, nevens hen. 67. Of, bleef staan. 68. Of, voorste poort. Sommigen verstaan door deze poort de poort van het voorhof der priesters; anderen de poort van het voorhof des volks. Dit betekende dat God eindelijk ten enenmale uit zijn huis verhuizen zou. Vergelijk boven de aantekening hfdst.9 vs.3, en in vs.4. 69. Namelijk over de cherubim.